Wat is de betekenis van flexibiliseren?

(1980+) (euf.) (van bedrijven) ontslagen doorvoeren. In eerste instantie betekende dit werkwoord: werknemers verplichten flexibeler te werken (ook op zaterdag of zondag bijvoorbeeld) of naar een andere werkplek te verhuizen. Later sloeg de term ook op het ontslaan van personeel (afslanken*). • Op een vraag over een mogelijke bezuinig...

flexibiliseren - Werkwoord 1. het flexibel maken of worden Woordherkomst afgeleid van het Franse flexibiliser (met het achtervoegsel -eren) Verwante begrippen versoepelen

Flexibiliseren - soepeler maken of toepassen.

Mensen op steeds wisselende tijden en langer laten werken (meestal voor hetzelfde loon). De werknemer of flexikracht moet steeds klaarstaan voor de werkgever. Dit zou de productiviteit ten goede komen. Flexibiliteit is het sleutelwoord van de jaren negentig. Werknemers worden geacht flexibeler te worden. Ze moeten een ‘flexibele instelling’ hebben,...

versoepelen

1. Soepeler maken. Bij voorbeeld: een minder strenge milieuwetgeving voorstellen.2. Soepeler toepassen. Bij voorbeeld: minder snel tot strafvervolging overgaan in geval van overschrijding van de maximumsnelheid.