Fladder
m. (-s), (dievent.) 1. krant; 2. speelkaart.
Marc De Coster (2020-2025)
1) (1906) (naar het gefladder der pagina's) (Barg.) krant. • (Köster Henke: De boeventaal. 1906) • Het moest een hel roofje worden waarvan geklapt wierd in de fladder. (Israël Querido: De Jordaan: Amsterdamsch epos. Deel 2: Van Nes en Zeedijk. Tiende druk. Eerste druk 1914) • Alie wist alles wat in de flad...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
fladder - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fladderen ♢ Ik fladder 2. gebiedende wijs van fladderen ♢ fladder! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fladderen ♢ fladder je?...
Ewoud Sanders (2019)
krant In deze betekenis in 1906 voor het eerst aangetroffen in een Bargoense woordenlijst, De Boeventaal van Köster Henke. Zonder twijfel naar het ‘fladderen’ van de krantenpagina’s. Ook aangetroffen als fladderik. • Annetje zat vlak bij het raam inspannend een brok krant te lezen. Maar Sien, humeurig gestemd, scheurde haar den fladd...
Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)
(< fladderen, licht heen en weer bewegen), 1. krant: Ook de journalisten zijn niet meer je datte ... die jonge jongens zijn te braaf. Je kan ze in de fladder laten schrijven wat je wil, BAKKER3 8; 2. speelkaart: V. BOLHUIS.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: