Fladderen
(fladderde, heeft gefladderd), 1. met ongelijkmatige bewegingen en ongelijke gang, niet snel (ook met gedruis) vliegen : de vleermuis fladdert; de vogel fladderde in het rond; vlinders fladderen; 2. zich op een luchtstroom levendig heen en weer bewegen: ivat fladderen de linten van haar muts; — (van zeilen) klappe...