Wat is de betekenis van fladderen?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Fladderen

(fladderde, heeft gefladderd), 1. met ongelijkmatige bewegingen en ongelijke gang, niet snel (ook met gedruis) vliegen : de vleermuis fladdert; de vogel fladderde in het rond; vlinders fladderen; 2. zich op een luchtstroom levendig heen en weer bewegen: ivat fladderen de linten van haar muts; — (van zeilen) klappe...

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

fladderen

fladderen - Werkwoord 1. (inerg) (medisch) flutter, vorm van hartritme, waarbij de boezems of kamers zich zeer snel ritmisch samentrekken 2. (inerg) onhandig heen en weer vliegen met veel vleugelgeklap 3. ergatief onhandig met veel vleugelgeklap zich ergens heen begeven De jonge vogel was naar het water ...

2025-07-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

fladderen

fladderen - regelmatig werkwoord uitspraak: flad-de-ren 1. vliegen met snel op-en-neergaande vleugels ♢ de eenden fladderden weg 1. ze fladdert door het leven [vat het leven luchtig op]...

2025-07-27
Jargon & Slang van Televisiemakers

Marc de Coster (2017)

Fladderen

Fladderen - onregelmatig schudden van het beeld.

2025-07-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Fladderen

v., fladderje, flodderje, flodderwjukje, wjukkelje; -d, flodderich.

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

fladderen

fladderde, h. gefladderd (1 met korte vleugelslagen onregelmatig vliegen; 2 van zeilen: killen; 3 Z.-N. klapperen). 1. vleermuizen fladderen; 2. de zeilen fladderen; 3. Z.-N. de vlaggen fladderen.

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

fladderen

(fladderde, heeft gefladderd) [klnb.] 1. met korte vleugelslagen onregelmatig vliegen: vlinders -. 2. heen en weer bewegen: om iemand heen -. 3. klapperen: de zeilen -.

2025-07-27
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

fladderen

fladderen ww. 'ongelijkmatig vliegen' categorie: intensiefvorming of frequentatief, klankwoord Vnnl. vled(d)eren 'klapperen, met de vleugels slaan, rondfladderen' [1588; Kil.], maar wrsch. al eerder, gezien Middelnederlandse woorden als vlederslagen 'vliegen (van vogels)' [1300-25; MNW-P], vledermuse [begin 14...

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Fladderen

FLADDEREN, (fladderde, heeft gefladderd), met gedruisch vliegen, niet kunnen zweven: de vleermuis fladdert; heen en weder-, op en neer vliegen (in ongelijke wendingen): de vogel fladderde in het rond; vlinders fladderen; wat fladderen de linten van haar muts; (ook fig.) de minnaars fladderden rondom haar.