Wat is de betekenis van fideïsme?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Fideïsme

o., religieuze opvatting volgens welke de redelijkheid van het geloof niet bewezen kan worden.

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

fideïsme

fideïsme - Zelfstandignaamwoord 1. opvatting dat religieuze waarheden niet beredeneerd kunnen worden, maar geloofd moeten worden 2. opvatting dat iedere geloofsleer een poging is om het subjectieve religieuze gevoel intellectueel uit te drukken Woordherkomst afgeleid van het Franse fidéisme (met het achtervoegsel -isme) Ve...

2025-07-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Fideïsme

opvatting die zich op het geloof baseert

2025-07-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Fideïsme

leer volgens welke de redelijkheid van het geloof onbewijsbaar is.

2025-07-25
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

FIDEÏSME

(Lat.: fides, geloof) is een verzamelnaam voor al die leerstelsels, die de betekenis van het geloven op een of andere wijze ten nadele van de natuurlijke rede overschatten. Zo kan men de protestantse ontkenning van de mogelijkheid ener natuurlijke godskennis en apologetica als fideïstisch bestempelen. Evenzo de Jansenistische waardering der go...

2025-07-25
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Fideïsme

dwaling van hen, die wel de ware leer der Kerk over de natuur en den grond van den bovennatuurlijken geloofsakt aanvaarden, maar niet aannemen, dat de redelijkheid van het geloof kan bewezen worden. Deze dwaling werd geboren ofwel uit een overdreven opvatting van de vernietigende uitwerking der erfzonde op de natuur van den mensch, in het bijzonder...

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

fideïsme

(‘ismə) o. [Lat. fides, geloof] 1. wijsgerig stelsel volgens welk wij de eerste waarheden kennen, niet door de rede, maar door het geloof. 2. leer die het geloof als een gevoelszaak beschouwt.

2025-07-25
Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Fideïsme

Zoo wordt genoemd de theorie, door den Franschen godgeleerde E. Ménégoz ontwikkeld, in aansluiting aan de door zijn ambtgenoot August Sabatier sedert 1893 onder den naam van Symbolisme voorgedragen opvatting. Volgens Sabatier bestaat het wezen van den godsdienst, die uit noodgevoel ontspringt, in geloof, vertrouwen, overgave des harte...

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

fideïsme

[Lat. fides, geloof], o., 1. (filosofie) term die opvattingen aanduidt die zich op geloof baseren ; 2. (theologie) term die richtingen aanduidt die niet de leer, maar de gelovige gezindheid op de voorgrond plaatsen. Om het geloof waarop het filosofisch fideïsme een beroep doet van het godsdienstig geloof te onderscheiden, stelde G.Santayana...

Gerelateerde zoekopdrachten