farizeeërs
farizeeërs - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord farizeeër Woordherkomst Herkomst: Hebreeuws (vernederlandste vorm)
Wiktionary (2019)
farizeeërs - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord farizeeër Woordherkomst Herkomst: Hebreeuws (vernederlandste vorm)
drs. L.A. Beeloo (1981)
1. joodse vromen die zich van anderen hadden afgezonderd om de joodse wet zo streng mogelijk in acht te nemen. Tevens waren zij schrift- en wetgeleerden; 2. hedendaagse aanduiding voor mensen die zich voor beter en vromer houden dan anderen.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Prof. dr. J.C. Groot (1955)
zijn volgens hun benaming „afgescheidenen”. Deze naam ontvingen zij waarschijnlijk van buitenstaanders, want zelf noemden zij zich meestal „gezellen” of „heiligen”. Het was een groepering hoofdzakelijk van leken, terwijl ook de schriftgeleerden er grotendeels toe behoorden. Daarom worden beiden door Jesus vaak in...
Winkler Prins (1949)
een oorspronkelijk politieke oppositiepartij in de Joodse staat der Maccabeeën, die zich onderscheidde door een uiterst gestrenge handhaving van wet en traditie, maar daarbij niet altijd aan het gevaar ontkwam aan uiterlijkheden te blijven hangen. Zij keerde zich hoogmoedig af ,,van de schare, die de wet niet kent”. In N.T. vaak genoemd...
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
(van Hebreeuws Peroesjîm waarvan de betekenis waarschijnlijk is: „de zich afzonderenden”) is de naam — vermoedelijk in de 2de helft van de 2de eeuw v. Chr. opgekomen — van die Joden in Palestina, die zich door nauwgezette naleving niet alleen van de geschreven wet, maar ook van dezgn. „mondelinge leer&rdqu...
John Kooy (1933)
(Hebr.), de afgescheidenen, Joodsch-godsdienstige patriottische partij, die zich streng a/d letter v/d wet en a/d overlevering hield, in tegenstelling m/d Sadduzeeërs, die alleen de wet erkenden.
P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Farizeeërs - (Aram.), afgezonderden, separatisten, ook wel door hen zelf chaberim, makkers, vrienden genoemd, staan in den tijd des N.T. zeer dicht bij de Schriftgeleerden. Beider streven was getrouwheid aan de wet. Wie in Israël Schriftgeleerde was, behoorde bij de F. en als de F. theoloog werd, was hij schriftgeleerde. In het N.T. worden hun gebr...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: