Eeuwigheid
v. (...lieden), 1. duur zonder aanvang of einde; 2. eindeloze duur, tijdruimte zonder einde; in der eeuwigheid niet, nooit (zeer sterk uitgedrukt); — hij trekt wissels op de eeuwigheid, hij betaalt nooit; (ook) hij bouwt luchtkastelen ; — van eeuwigheid tot eeuwigheid (1 Kron. 16 :36), scherts. — tot amen,...