Drieëenheid
v., eenheid gevormd door drie zelfst. onderdelen; in ’t bijz. de drievuldigheid Gods; leerstuk van sommige afdelingen der Christelijke Kerk volgens welk in het éne, ondeelbare wezen van God drie goddelijke personen bestaan, onderling werkelijk onderscheiden, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.