Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Drieëenheid

betekenis & definitie

v., eenheid gevormd door drie zelfst. onderdelen; in ’t bijz. de drievuldigheid Gods; leerstuk van sommige afdelingen der Christelijke Kerk volgens welk in het éne, ondeelbare wezen van God drie goddelijke personen bestaan, onderling werkelijk onderscheiden, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.

< >