Wat is de betekenis van draperen?

(drapeerde, heeft gedrapeerd), (<Fr.), 1. omhangen met een ruim, in plooien afhangend kleed of gewaad (mensen, beelden): de schilder drapeert zijn figuren goed; een ledikant, een ingang draperen, van geplooid gordijnwerk voorzien; — zich in iets draperen, voor de gelegenheid er in kleden; 2. in losse plooien leggen, sc...

draperen - Werkwoord 1. iets mooi ergens omheen of overheen leggen ♢ De vrouw drapeerde zich op de divan. ♢ De vrouw drapeerde haar sjaal om haar schouders. Woordherkomst afgeleid van het Franse draper (met het achtervoegsel -eren) <br&g...

draperen - regelmatig werkwoord uitspraak: dra-pe-ren 1. het mooi neerleggen of neerhangen ♢ tegen de wand was een gekleurd doek gedrapeerd Regelmatig werkwoord: dra-pe-ren ik drapeer ji...

Draperen is het schikken van de plooien van een lap textiel.

[Fr. draper] met laken behangen; in plooien schikken.

in ruime plooien schikken

bekleden; in sierlijke plooien hangen; van draperieën voorzien.

met laken of doek behangen, met ruim geplooide stoffen omhangen; in ruime plooien schikken.

gedrapeerd (Fr. [v. drap = doek, Lat. drappus]: omhangen of behangen ter versiering met een in wijde plooien vallende stof; met laken of doek behangen; in wijde plooien schikken).