Wat is de betekenis van Doophek?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Doophek

o. (-ken), hek dat de ruimte afsluit in een kerk waarbinnen de doop plaatsheeft.

2025-07-24
Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Doophek

Hekwerk rond preekstoel. Circa één meter hoog hekwerk met of zonder panelen en eventueel voorzien van houten of vrijstaande smeedijzeren versieringen. Via een deurtje heeft men toegang tot de preekstoel. Op het doophek staat vaak een voorzangerslezenaar. Door deze omheining wordt de ‘dooptuin’ afgescheiden van de rest van...

2025-07-24
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

doophek

doophek - Metalen of houten hek ter afsluiting van de dooptuin of doopkapel.

2025-07-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Doophek

s.n., hek (it).

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

doophek

o. (-ken) hek in een kerk, dat de ruimte afsluit, waarbinnen de doop plaats heeft.

2025-07-24
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Doophek

Doophek - Gelijk in de oude R. K. kerk het koor der kerk van de leeken was afgescheiden door een of ander staketsel, zoo heeft men in de Prot. kerken doorgaans rondom den preekstoel een ruimte, waar ook bij gelegenheid het doopbekken komt te staan en de doopouders hun kinderen ten doop houden. Deze ruimte is door een open hekwerk omgeven, in Zeelan...

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Doophek

o. (-ken), (ook: doophuisje, dooptuin), in oudere protestantse kerken een ruimte rondom de preekstoel, waar bij een doopbediening het doopbekken komt te staan en de doopouders hun kinderen ten doop houden. In de huidige opvattingen over een open ‘liturgisch centrum’ functioneert het doophek niet. In verscheidene oude kerken heeft men he...

Gerelateerde zoekopdrachten