Doophek
o. (-ken), hek dat de ruimte afsluit in een kerk waarbinnen de doop plaatsheeft.
P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)
Hekwerk rond preekstoel. Circa één meter hoog hekwerk met of zonder panelen en eventueel voorzien van houten of vrijstaande smeedijzeren versieringen. Via een deurtje heeft men toegang tot de preekstoel. Op het doophek staat vaak een voorzangerslezenaar. Door deze omheining wordt de ‘dooptuin’ afgescheiden van de rest van...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Doophek - Gelijk in de oude R. K. kerk het koor der kerk van de leeken was afgescheiden door een of ander staketsel, zoo heeft men in de Prot. kerken doorgaans rondom den preekstoel een ruimte, waar ook bij gelegenheid het doopbekken komt te staan en de doopouders hun kinderen ten doop houden. Deze ruimte is door een open hekwerk omgeven, in Zeelan...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o. (-ken), (ook: doophuisje, dooptuin), in oudere protestantse kerken een ruimte rondom de preekstoel, waar bij een doopbediening het doopbekken komt te staan en de doopouders hun kinderen ten doop houden. In de huidige opvattingen over een open ‘liturgisch centrum’ functioneert het doophek niet. In verscheidene oude kerken heeft men he...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: