Wat is de betekenis van Diphilus?

2025-07-24
Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

DIPHILUS

Diphilus (Διφιλος) van Sinope, broer van → Diodorus (1), met → Menander en Philemon de belangrijkste dichter van de z.g. Nieuwe Komedie. Geboren tussen 360 en 350 vC, kwam hij op jeugdige leeftijd naar Athene; daar werd hij na zijn overlijden in Smyma (ca. 285 vC) ook begraven. Tijdens zijn leven had Diphilus niet veel succes, maar na zijn dood wer...

2025-07-24
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Dīphĭlus

i, m. 1. Griekse comediedichter uit Sinope. 2. architect te Rome.

2025-07-24
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Diphilus

Diphilus, - beroemd comicus uit Sinope, geb. ± 350 v. C., tijdgenoot van Menander, dien hij heeft overleefd, werkte te Athene en stierf te Smyrna. Hij heeft 100 comedies gemaakt, wv. slechts 60 titels bekend zijn en het feit, dat hij driemaal de overwinning met zijne stukken heeft behaald. De Lat. comediedichter Plautus heeft meermalen stukken van...

2025-07-24
Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Diphilus

Diphilus - Δίφιλος, 1) grieksch episch dichter uit de 5de eeuw.—2) van Sinōpe, dichter der nieuwe attische comedie, tijdgenoot van Alexander d. Gr. en Philēmon, leefde gewoonlijk te Athene en stierf te Smyrna. Sommige van zijne talrijke werken, waarvan slechts enkele fragmenten bewaard gebleven zijn...