Wat is de betekenis van di es (dag)?

2025-07-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

di es (dag)

m. (Lat. dag): - a'ter, ongeluksdag; - suprema, oordeelsdag, laatste dag; zegsw. - di'em do'cet, de ene dag leert de andere; di'em per'didi, de dag heb ik verloren; car'pe di'em, gebruik de tijd; - i'rae, - il'la, dag des toorns, vreselijke dag: R.-K. lied over de doemsdag, geheten naar de aanvangswoorde...

Gerelateerde zoekopdrachten