Wat is de betekenis van defilé?

(Fr.), o. (-’s), 1. (krijgsk.) nauwe doorgang, bergpas; in ’t alg. elke weg die slechts met een smal front gepasseerd kan worden; 2. het defileren; — gelegenheid dat gedefileerd wordt.

In het Frans betekent "défilé" "optocht" of "parade". Défilé kan verder verwijzen naar: - een ceremoniële parade waarbij een groep mensen langs een bepaald punt marcheert, bijvoorbeeld ter gelegenheid van een militaire herdenking of een nationale feestdag; - in militair jargon verwij...

defilé - Zelfstandignaamwoord 1. een stoet of optocht die als eerbetoon langstrekt     ♢ - Nederland bedankt de veteranen die ingezet zijn in dienst van de vrede, nu en in het verleden. In de binnenstad wordt een kleurrijk defilé afgenomen door koning Willem-Alexander. NRC 27 juni 2015   &nb...

Een aan de krijgskunde ontleende term, die letterlijk betekent op zo correct mogelijke wijze voorbij marcheren aan degene die een inspectie afneemt, bijvoorbeeld aan het slot van een parade of bij een huldiging. In die zin hebben de koningen Willem I, II en III en ook koningin Wilhelmina menige militaire parade afgenomen. In Nederland heeft het d&e...

[Fr. défilé = eig.: engte in het terrein (bijv. bergengte)] (mil.) voorbijmars in lange smalle rij, spec. als eerbewijs aan hooggeplaatst persoon. defileren [Fr. défiler] in lange rij voorbijtrekken.

Optocht. Sinds 1945 een typisch Franse gewoonte om het gehele corps de ballet, van leerlingen tot sterdansers, te presenteren op het podium van de Parijse Opera. In strikt hiërarchische volgorde en in militaire formatie stappen de danseressen in witte tutu en de dansers in zwarte maillot en brede, witte overhemdsblouses op Berlioz’ mars,...

o., bergengte, holle weg; voorbijtrekken van troepen enz.

(berg)pas, engte; verlegenheid; ’t defileren, ’t voorbijtrekken.

I 1 (berg)engte, pas; 2 défilé; II defileren. III bevuilen, verontreinigen, bezoedelen; ontwijden.