De brui hebben of geven van iets
sinds de 17de e. bekende, thans verouderde of althans verouderende uitdr. voor: er genoeg van hebben, er niets meer van willen weten, er een afkeer van hebben. Brui is de stam van het wkw. bruien, dat stoten en vand. ook coire betekent. Dat deze laatste bet. aan de uitdr. ten grondslag ligt, vindt steun in de Zndl. synoniemen den zeerd van iets heb...