dat dank je de bliksem
(1952) (inf.) dat wil ik wel geloven. Variant van: ‘dat dank je de koekoek’. • „Ja, dank je de bliksem", schamperde de vrouw. (M. Nijhoff: Het woord als wapen: keur uit de Nederlandse ondergrondse pers, 1940-1945. 1952) ‘We kennen haar nu al dertig jaar. Ze is hier de hele dag over de vloer.’ &lsquo...