Wat is de betekenis van cupula?

2025-07-28
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

cupula

(L., cupa = kap). 1. Het als een aswoekering beschouwde napje van Fagaceae. De cupula kan de vrucht alleen schotelvormig omgeven (veel eiken), maar ook de vrucht (beuk) of vruchten (tamme kastanje) geheel omgeven. 2. Bovenste deel van de borstholte; de naar boven gewelfde koepel van middenrif. 3. Geleiachtige massa tussen en over zintuigharen.

2025-07-28
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Cupula

is de wetenschappelijke benaming van het, als een as-woekering beschouwde napje van de Fagaceae (eik, beuk, tamme kastanje). De c. kan de vrucht alleen aan de voet schotelvormig omgeven (vele eiken), maar ook de vrucht (beuk) of vruchten (tamme kastanje) geheel ontgeven. Dit laatste doet zij ook bij enige trop. eikensoorten. De buitenkant is meesta...

2025-07-28
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Cupula

(in anatomische termen), Lat. voor koepel.

2025-07-28
Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Cúpula

f. koepel(gewelf); dopje (van ei-

2025-07-28
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Cupula

Cupula - of napje is een napvormig omhulsel, dat bij sommige planten de vrucht geheel of ten deele omgeeft. Eikels (vruchten van den eik) en hazelnoten (vruchten van den hazelaar) zijn o.a. omgeven door een c., als zij nog aan de plant vastzitten. De Betulaceae of berkachtigen en Fagaceae of beukachtigen werden vroeger samengevat tot é&eacut...

2025-07-28
Pinkhof geneeskundig woordenboek

Herman Pinkhof (1923)

Cupula

(Lat.), koepel, van het slakkenhuis, nl. het uiteinde van het spiraalkanaal in het inwendige oor. C. ampullaris, een zwelling in den doolhof van het oor, waarin de gehoorharen der cristae acusticae bevat zijn. C. diaphragmatis, de naar boven gewelfde koepel van het middenrif. C. pleurae, borstvlieskoepel, het gedeelte van het borstvlies, dat boven...

2025-07-28
Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Cúpula

(Lat.), koepel, van het slakkenhuis, nl. het uiteinde van het spiraalkanaal in het inwendige oor. C. ampullaris, een zwelling in de doolhof van het oor, waarin de gehoorharen der cristae acusticae bevat zijn. C. cochleae, top van het slakkenhuis in het binnenoor. C. diaphragmatis, de naar boven gewelfde koepel van het middenrif. C. pleurae, borstvl...

2025-07-28
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Cupula

Cupula - Napje (plantk.), de naam voor een napvormige omhulling van het onderdeel van de vrucht bij sommige plantenfamilies (Beuk, Eik, Laurierachtigen, enz.)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Cupula

[Lat. verkleinwoord van cupa, kap], v., napvormige vatting waarin zich de vrucht van enige plantenfamilies bevindt. Bij de meeste eiksoorten (Quercus) omvat de cupula het onderste gedeelte van de vrucht; bij beuksoorten (Fagus) en de tamme kastanje (Castanea) is de vrucht geheel omsloten.

Gerelateerde zoekopdrachten