cupula
(L., cupa = kap). 1. Het als een aswoekering beschouwde napje van Fagaceae. De cupula kan de vrucht alleen schotelvormig omgeven (veel eiken), maar ook de vrucht (beuk) of vruchten (tamme kastanje) geheel omgeven. 2. Bovenste deel van de borstholte; de naar boven gewelfde koepel van middenrif. 3. Geleiachtige massa tussen en over zintuigharen.