compositus
compósitus (-a, -um), - van Lat. componĕre (van com, samen; ponĕre, plaatsen, stellen), samenstellen: samengesteld.
Dr. C. A. Backer (1936)
compósitus (-a, -um), - van Lat. componĕre (van com, samen; ponĕre, plaatsen, stellen), samenstellen: samengesteld.
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
1. p. adi. samen- of bijeengelegd, -gezet, -gesteld; overdr., kalm, bedaard, bezadigd. 2. p. adi. goed of regelmatig samengevoegd, opgesteld, statio, Liv., agmen Curt., Tac.; overdr., oratio, Cic., ook orator, zich aan orde bindend, ordelijk (tegenover inconditus), Cic. 3. p. adi. goed of regelmatig gevormd, gebou...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: