Wat is de betekenis van Commis?

2025-07-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Commis

kelner

2025-07-26
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Commis

(winkel-, kantoorbediende, klerk, schrijver, kommies; commis voyageur, handelsreiziger; commis aux vivres, proviand-meester.

2025-07-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Commis

[Fr.] m. (idem), bediende, m.n. in het horecabedrijf: débarrasseur,onervaren kelner, de rang (= rayon), een rang hoger dan de débarrasseur.

2025-07-26
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

commis

commis - m., handelsbediende,winkelbediende; „commis voyageur”, m.: handelsreiziger.

2025-07-26
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

commis

commis - m. zie kommies; commis voyageur, reiziger voor den handel, reizend handelsbediende