Botvink
m. (-en), (gew.) gewone vink.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
vink. zangvogel met een korte, dikke snavel, twee witte vleugelstrepen en een melodieuze, harde zang, waarbij het mannetje een roze buik en een blauwbruine kop heeft; vink. Ook voor de naam van de vogel gebruikt. Voorbeelden: Fringilla coelebs, Botvink, Boekvink of Beukvink, het betekent allemaal hetzelfde. http://home.tisc...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Klaas J. Eigenhuis (2004)
Volksnaam voor de Vink ← in NoordBrabant [Schlegel 1852] en het grootste deel van Vlaanderen (kaartje in WVD 1996, p.95). ETYMOLOGIE Weijnen 1996 veronderstelt een verbastering van Bokvink (zie sub Boekvink) met verkorting van een oorspr. lange oo-klank (in mnl boke 'beuk') vóór de k. De verbastering is echter ws. gega...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: