Blauwtje
o. (-s), 1. een blauwtje lopen, afgewezen worden bij een huwelijksaanzoek; 2. geslacht van blauwe vlindertjes (Lycaena); 3. overdruk op blauw papier. 4. velletje carbonpapier.
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-s), 1. een blauwtje lopen, afgewezen worden bij een huwelijksaanzoek; 2. geslacht van blauwe vlindertjes (Lycaena); 3. overdruk op blauw papier. 4. velletje carbonpapier.
Marc De Coster (2020-2025)
1) (1985) (inf. Den Haag) briefje van 50 gulden. • (Ad van Gaalen en Frans van den Mosselaar: Kèk mè nâh. Plat & bekakt Haags. 1985) 2) (1990) (Den Haag) (politie) bekeuring. Bij de Utrechtse politie is dit een knak*. • Een Haagse politieagent heeft het vaak over een 'blauwtje' in plaa...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
blauwtje - Zelfstandignaamwoord 1. een bepaald soort vlinder, b.v. het heideblauwtje, (Plebeius argus) ♢ Het icarus blauwtje of gewoon blauwtje is een vrij algemene verschijning in onze streken. 2. (eufemisme), (figuurlijk) een mentale blauwe plek ten gevolge van de afwijzing v...
Genootschap Onze Taal (2001)
Waarnaar verwijst blauwtje in de uitdrukking een blauwtje lopen? a Naar een blauw oog. Iemand die tevergeefs zijn aanbedene blijft achtervolgen met liefdesbrieven en attenties, loopt de kans dat die persoon hem een blauw oog slaat. b Naar het scheenbeen. In de zeventiende eeuw was de volledige uitdrukking een blauwe scheen lopen, wat...
J. van Donselaar (1936)
(het, -s), syn. van blauwfoortje: z.a. Ook het blauwtje interesseerde hem niet. Een blauwgrijze vogel, die ik op een morgen in een hoek van de kamer had gevonden, één vleugel lam en beschadigd, mogelijk een windbuks (de Recht 76). Etym.: De naam verwijst naar de kleur. S blawki = id. In AN is b. de naam voor een groep van blauwe dagvl...
John Kooy (1933)
dagvlindertje met blauwe boven- en grijze onderzijde der vleugels; groene rups met gele zijstrepen.
Jozef Verschueren (1930)
o. (-s) 1. aan de bovenzijde blauwe vlinder die bij ons, op zonnige weiden en heiden, voorkomt (Lycaena icarus). 2. blauwe scheen : een loven.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: