blauwtje - Zelfstandignaamwoord
1. een bepaald soort vlinder, b.v. het heideblauwtje, (Plebeius argus)
♢ Het icarus blauwtje of gewoon blauwtje is een vrij algemene verschijning in onze streken.
2. (eufemisme), (figuurlijk) een mentale blauwe plek ten gevolge van de afwijzing van een amoureus voorstel
♢ Michel heeft zojuist een blauwtje gelopen.
blauwtje - Zelfstandignaamwoord
1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord blauw
Gepubliceerd op 30-10-2017
blauwtje
betekenis & definitie