Wat is de betekenis van beroepen?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Beroepen

(beriep, heeft beroepen), 1. zo hard roepen, dat de stem tot iem. reikt: hij was reeds zover, dat ik hem niet meer beroepen kon. 2. een beroep op iem. uitbrengen, hem benoemen, aanstellen tot: beroepen als (tot) predikant bij de gemeente te A. 3. (veroud.)een vergadering beroepen, bijeenroepen, constitueren. 4. (Zuidn.)...

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

beroepen

beroepen - Werkwoord 1. (refl) ~ op: zijn positie verdedigen door te verwijzen naar een bestaande regel of wet Hij beriep zich op de wet op vrije nieuwsgaring. 2. (ov) iemand vragen de verantwoordelijkheden van voorganger van een kerkelijke gemeente op zich te nemen ...

2025-07-27
Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

beroepen

Personen die een kunst of een activiteit uitoefenen op een manuele of niet geïndustrialiseerde manier,waardoor ze hun werk een persoonlijk karakter geven. (HEREIN)

2025-07-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

beroepen

beroepen - onregelmatig werkwoord uitspraak: be-roe-pen 1. naar iemand anders verwijzen om gelijk te krijgen ♢ hij beriep zich op zijn buurman toen zijn vrouw hem niet geloofde Onregelmatig werkwoord: be-roe-pen ik b...

2025-07-27
Lexicon van het bijgeloof

Walter Gerlach (2000)

Beroepen

Zoals ieder beroep zijn beroepsorganisatie, zijn vakjargon en vaak een beschermheilige of patroon heeft, bestaan er binnen alle (en rondom alle) ambachten daarop gerichte bijgelovige denkbeelden, waarvan de oorsprong meestal - bijvoorbeeld bij de traditionele handwerkers of bij de jagers, vissers en zeelieden - vele eeuwen terug ligt. We maken een...

2025-07-27
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Beroepen

1. ik beroep me op een belofte; ik verlang dat het beloofde wordt nagekomen; 2. een dominee wordt beroepen om ergens een predikantsplaats in te nemen.

2025-07-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Beroepen

v., biroppe; zichop, jin biroppe op; een predikant naar elders —, in dûmny forroppe.

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

beroepen

beriep, h. beroepen (1 met zijn stem kunnen bereiken; 2 iem. roepen tot een ambt, waardigheid inz. Prot. in toepassing op predikanten; z. beroep bet. 1); 1. hij was niet te beroepen; 2. iem. tot (of: als) predikant beroepen; refl. zich beroepen op iem. of iets, aan iem. of iets een recht ontlenen om zich te rechtvaardigen: de minister beriep zich o...

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

beroepen

(bə'roepən) (beriep, heeft beroepen) I. door roepen bereiken : hij is van hier niet meer te -. II. roepen met een bepaald doel nl. 1. Algm. Veroud. om aan te stellen voor een ambt. 2. Inz. om aan te stellen als predikant : hij werd naar een aanzienlijker plaats -. Syn.➝ aanstellen (1). III. zich beroepen 1. Eig. zich tot een hogere rechter...