Beroepen
(beriep, heeft beroepen), 1. zo hard roepen, dat de stem tot iem. reikt: hij was reeds zover, dat ik hem niet meer beroepen kon. 2. een beroep op iem. uitbrengen, hem benoemen, aanstellen tot: beroepen als (tot) predikant bij de gemeente te A. 3. (veroud.)een vergadering beroepen, bijeenroepen, constitueren. 4. (Zuidn.)...