Behang
o., 1. muurbedekking, inz. behangselpapier; 2. (jag.) oorlappen: een hond met een mooi behang; — lange haren (vetlok) aan de poten der paarden; — lange, smalle veren die op de hals van een vogel groeien; 3. (Barg.) blozende kleur van het gezicht.