Behang - (verkorting van behangmuziek, -radio enz.; ← Eng. wallpaper), nietszeggende achtergrondmuziek in liften, restaurants enz. Ook wel muzak of geluidsbehang. Informeel en pejoratief; sinds het begin van de jaren tachtig.
Maar het is wel muziek en geen eigentijds behang. Vinyl, september 1985
Elektro-behang van het kleurloze soort. Oor, 21-02-87
Dit is zeepbellenpop van het ergste soort. Geluidsbehang voor supermarkten. Fabiola, maart 1987
Ideaal radiobehang waarbij ieder onbewust begint mee te neuriën. Fabiola, mei 1987
Verder houd ik van soft-pop, muzikaal behang. Nieuwe Revu, 27-10-90
‘Family Spirit’ klinkt als muzikaal behang van het allergoedkoopste soort. Het Parool, 2 0-04-91
door het behang gaan is ‘uit zijn vel springen; buiten zichzelf raken van woede of ergernis’; ook ‘de kluts kwijtraken’ en ‘te veel drinken’.
Na twee weken, Kerst en Nieuwjaar waren achter de rug, stond Hein alweer voor de deur in Oudewater, zijn koffertje in de hand: ‘Ik ga thuis door het behang...’ Dirk Ayelt Kooiman: Montyn, 1982
‘Het is honderd procent zeker dat je daarmee in de nabije toekomst tegen de lamp loopt.’ Om er even later aan toe te voegen: ‘We sluiten het zelfs niet uit dat velen nog met terugwerkende kracht door het behang gaan.’ Elsevier, 27-03-93