Beeneter
m. (-s), chronische, etterige beenontsteking, meestal van tuberculeuze aard.
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
1. cariës ossium, het door ontsteking in de kanalen van Havers verweken (ontkalken), afsterven en (bij het bestaan of ontstaan van een open wond, resp. fistel) rotten van beenweefsel; 2. osteomyelitis, myelitis, de meestal snel om zich heen grijpende ontsteking in het beenmerg; vaak komt hierbij een afgestorven stuk beenweefsel te midden van e...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Dr. Ch. Bles (1929)
Caries, noemt men verettering van been, tengevolge van een langzaam verloopende ontsteking. De oorzaak is meestal syphilis of tuberculose. Dikwijls sterft een beenstuk af en. wordt zoo een sequester gevormd. De in de diepte geproduceerde etter zoekt zich een uitweg, waardoor fistels ontstaan, die zeer onregelmatig verloopen, zo...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m. (-s), ook: beenvreter, chronische, etterige beenontsteking, meestal van tuberculeuze aard.
J. Kramer (1908)
(Caries) Een beenverzwering, waarbij ook de omgelegen weeke deelen worden aangetast, opzwellen en hard op het gevoel worden; het gezwel, dat een zeer langzaam en pijnlijk verloop heeft, gaat ten slotte open en ontlast een vlokkige dunne walgelijk riekende, soms met stukjes been vermengde etter,. die, indien ze niet naar buiten wordt afgevoerd, maar...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: