Wat is de betekenis van anderhalve cent?

2025-07-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

anderhalve cent

(19e eeuw) (spot.) gezegd van een lange, magere man en een kleine, dikke vrouw. Vgl. de kerk* is hoger dan de toren. • (G.J. Boekenoogen: De Zaansche volkstaal. 1897) • “Een anderhalve cent” is in dien zin : verloofd paar van zeer ongelijke lengte, ook in Antwerpen bekend. (Volkskunde; tijdschrift voor Nederlandsche folklore,...

2025-07-25
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

anderhalve cent

een naast elkaar lopend koppel, waarvan de ene persoon groot is en de andere klein. Reeds bij Boekenoogen en De Cock. Vgl. watt en half watt.De koningen toonden broekemannetjes, en droegen het volk op ze Sterren te noemen. En voortaan noemde het volk alle broekemannetjes, spillebenen, anderhalve centen, lilliputters en snotkokers. (Gerrit Komrij,...