Wat is de betekenis van Alveolair?

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

alveolair

alveolair - Zelfstandignaamwoord 1. (taalkunde) consonant bij de vorming waarvan de tongpunt de tandkassen raakt alveolair - Bijvoeglijk naamwoord 1. blaasvormig 2. (taalkunde) (van consonanten:) gevormd met de tongpunt tegen de tongkassen Woordherkomst afgeleid van alveole met het achtervoegsel -air

2025-07-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Alveolair

[Lat. alveolatus = trosvormig uitgehold] bn de holte betreffend, spec. de tandholte; (plk.) schuimvlokachtig.

2025-07-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Alveolair

(alveolaar) blaasvormig; gevormd met de tongpunt tegen de tandkassen (taalk.)

2025-07-28
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Alveolair

zie acineus.

2025-07-28
Pinkhof geneeskundig woordenboek

Herman Pinkhof (1923)

Alveolair

(alveus, buik, alveolus, holte): holligheden betreffend, sponzig, honigraatachtig. Alveolaire klieren, klieren, waarvan de uitloozingsbuis tot kleine uitbochtingen, de alveolen, voert; syn. Acineuze klieren. A. gezwellen, gezwellen, vooral kankers, waarvan het bindweefselachtige geraamte mazen vormt waarin de eigenlijke gezwelcellen liggen. A. echi...

2025-07-28
Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Alveolair

(álveüs, buik; alveolus, holte): holligheden betreffend, sponzig, honigraatachtig. Alveolaire klieren, klieren, waarvan de uitlozingsbuis tot kleine uitbochtingen, de alveolen, voert; syn. Acineuze klieren. A. gezwellen, gezwellen, vooral kankers, waarvan het bindweefselachtige geraamte mazen vormt, waarin de eigenlijke gezwelcellen lig...

2025-07-28
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Alveolair

(fr.) Term in de Anatomie: de tandkassen betreffende.