alveolair
alveolair - Zelfstandignaamwoord 1. (taalkunde) consonant bij de vorming waarvan de tongpunt de tandkassen raakt alveolair - Bijvoeglijk naamwoord 1. blaasvormig 2. (taalkunde) (van consonanten:) gevormd met de tongpunt tegen de tongkassen Woordherkomst afgeleid van alveole met het achtervoegsel -air