Wat is de betekenis van Alterum tantum?

2025-07-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Alterum tantum

nog eens zoveel, het dubbele.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

alterum tantum

o. (Lat. nog eens zoveel, het tweevoud of dubbel).

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

alterum tantum

('altərum 'tantum) [Lat. het andere zoveel] nog eenmaal zoveel, het dubbele, tweevoud.

2025-07-28
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Alterum tantum

Alterum tantum - (Lat.),nogeems zooveel, een toelage van het rijk voor het predikantstraktement, wanneer de gemeente dit met hetzelfde bedrag verhoogt.

2025-07-28
Handelslexicon

J. Hagers (1910)

Alterum tantum

Alterum tantum - nog eens zooveel, het dubbele; het door rentevermeerdering verdubbelde kapitaal.

2025-07-28
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Alterum tantum

Het tweevoud, het dubbele.

2025-07-28
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Alterum tantum

Lat., lett. het andere evenveel; nog eenmaal zooveel.

2025-07-28
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

alterum tantum

alterum tantum - het dubbele, eens zoo veel