Aequālĭtās
ātis, f. 1. gelijkheid = effenheid. 2. gelijkheid = gelijke gesteldheid, fraterna, gelijkheid van denk- en handelwijze, Cic.; gelijkheid van ouderdom; staatsburgerlijke gelijkheid; gelijkvormigheid, gelijkmatigheid (ook van gedrag).
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
ātis, f. 1. gelijkheid = effenheid. 2. gelijkheid = gelijke gesteldheid, fraterna, gelijkheid van denk- en handelwijze, Cic.; gelijkheid van ouderdom; staatsburgerlijke gelijkheid; gelijkvormigheid, gelijkmatigheid (ook van gedrag).
Stephanus Axters (1937)
Gelijkheid, VAN HOOGSTRATEN I, 313. Evengrootheid, MEYER 270. Aequalitas relatio quaedam est, s. THOMAS, SUM. THEOL. 1, Q. 42, A. I, ARG. 4, Gelijkheid zegt betrekking, THEOL. SUM. II, 348. — Ad ... aequalitatem requiritur diversitas substantiae, s. THOMAS, COMM. IN X METAPHYS. LECT. 4, Gelijkheid onderstelt verschill...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: