Wat is de betekenis van accentus?

2025-07-28
Muziekencyclopedie

S. van Ameringen (1962)

accentus

1. in de Gregoriaanse muziek de beklemtoning van een lettergreep bij recitatief-gezangen; 2. in de 16de eeuw aanduiding voor recitatief-gezangen in het algemeen.

2025-07-28
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Accentŭs

ūs, m. klemtoon, accent.

2025-07-28
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Accentus

in de liturgie en in het Gregoriaansch noemt men vooral in de late Middeleeuwen de verschillende melodische recitatiefzangen van priester, diaken en subdiaken (acoliet). Bij deze zangen had het accent een overwegende rol, in tegenstelling met de min of meer versierde zangen: zie Concentus, zie Liturgische zang.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

accentus

accentus - accen'tus [Lat.], m: 1. spraakmelodie in het algemeen; 2. (gregoriaans) bepaalde liturgische gezangen, m.n. lezingen en recitatieven. Karakteristiek is hierbij de behandeling van zinsbouw en woordklemtoon zoals die in de melodie naar voren komen middels vaste formules en wendingen.

2025-07-28
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Accentus

Accentus - Men onderscheidt Cantus accentus, gezang naar den toonval en Cantus Concentus, samenzang. De cantus accentus gelijkt meer op een plechtige voorlezing dan op een gezang, en wordt slechts door één persoon uitgevoerd, terwijl de cantus concentus door meerderen tegelijk wordt voorgedragen. Met het oog op dit practisch verschil, vat men onder...

Gerelateerde zoekopdrachten