Wat is de betekenis van aar?

v. (aren), 1. (plantk.) bloeiwijze met zittende of zeer kortgesteelde bloemen langs een gemeensch. bloemspil; — afgebroken aar : als er telkens delen der spil zijn die geen bloemen dragen ; — ijle aar, als de bloemen vrij ver van elkaar zijn geplaatst; 2. bovenste deel van de halm bij gras- en graangewassen waarin zich de...

aar - Zelfstandignaamwoord 1. bloeiwijze van granen 2. bovenste deel van de halm van gras- of graangewassen aar - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aren ♢ Ik aar 2. gebiedende wijs van aren ♢ aar! 3. (bij inversie) tweed...

aar - zelfstandig naamwoord 1. bovenste deel van graangewas waarin de graankorrels zitten ♢ de aren worden geoogst en de graankorrels eruit geschud Zelfstandig naamwoord: aar de aar de aren

Bloeiwijze met een onvertakte as, waarop aparte bloemen staan ingeplant.

All American Racers. Team van de Amerikaan Dan Gurney. Voor F1-deelname met auto van Engelse makelij werd de naam aangepast tot 'Anglo American Racers'. In 1967 boekte Gurney de verrassende winst met een Eagle-Weslake V12 in de GP van België.

Symbool voor Christus, het Brood des Levens, eucharistie en avondmaal.

bloei- en vruchtwijze van vele granen en grassen; zie ook bloeiwijzen.

bloeiwijze van zittende bloemen langs de gestrekte hoofdas, bv. bij weegbree.

1. Onbepaalde, niet door een topbloem afgesloten bloeiwijze van zittende bloemen langs de gestrekte as b.v. bij weegbree en bremraap. Ook worden vele, meer of minder samengestelde bloeiwijze der grassen a. genoemd (b.v. tanve, gerst) waarbij de aartjes tenminste in een deel van zo’n bloeiwijze aarvormig gerangschikt zijn.2. In a. schieten: he...