Het is altijd weer een plezierige bezigheid een tijdje te kijken naar de prachtige Zuidamerikaanse zwarthalszwanen, de sprankelend witte dieren met de scherp afstekende fluweelzwarte hals en kop. Juist dat simpele zwart-wit met een fel rood accent aan de snavelbasis maakt ze tot heel opvallende vogels, vooral als ze bij windstil en zonnig weer ronddobberen in donker water dat hun beeld weerspiegelt.
Op het land zijn ze niet minder mooi maar daar verliezen ze veel van hun gratie door de stuntelige, schommelende manier van lopen, veroorzaakt door de korte poten en het nogal lange lichaam. Vliegen kunnen ze beter, al duurt het wel even eer ze in de lucht zijn, omdat ze een flink lange aanloop nodig hebben. Zwarthalszwanen zijn bewoners van open wateren, moerassen en brakke lagunen in het zuidelijk deel van Zuid-Amerika, tot op de Falklandeilanden. Dat zuidelijke woongebied wijst er al op dat het harde vogels moeten zijn die tegen lage temperaturen kunnen. In gevangenschap blijken ze inderdaad goed vorst te verdragen, mits ze ijsvrij water tot hun beschikking hebben. Het grootste deel van het jaar trekken ze in hun vaderland in troepen rond. In de broedtijd worden paren gevormd die ieder een eigen territorium hebben dat fel tegen concurrenten wordt verdedigd.
De vogels maken een vrij groot nest van takken en bladeren. Het wijfje broedt, haar partner houdt de wacht en tracht alles te verjagen wat volgens hem gevaar oplevert. In de meeste literatuur wordt vermeld dat, wanneer het wijfje de eieren verlaat om te fourageren, ze zonder meer wegstapt, terwijl de man het nest nauwlettend in het oog houdt. Een onderzoeker op de Falklandeilanden heeft daar echter gezien dat het wijfje de eieren eerst zorgvuldig met bladeren en ander materiaal afdekt alvorens aan de wandel te gaan. Behalve als ze mensen ziet; dan raakt ze zo in paniek dat ze de eieren zonder meer in de steek laat. De dieren hebben kennelijk leergeld betaald! Hiermee zal ook wel verband houden dat ze overal in Zuid-Amerika schaars beginnen te worden en dat een doeltreffende bescherming hard nodig is.
■ Totale lengte 1.10-1.20 m; betrekkelijk korte hals; lang, slank lichaam. Wijfje kleiner.
Wit met glanzend zwarte hals en kop, witte streep over ogen, grijze snavel met op basis fel rode uitwas. Poten en voeten vleeskleurig.
Voedsel: Allerlei waterplanten.
Groot takkennest bij water, 4-7 eieren, broedtijd 34-36 d; wijfje broedt, beide ouders verzorgen jongen. Kuikens lichtgrijze donsballetjes, later grijsachtig met bruine nek en kop. In 2e jaar wit en zwart, in 3e of 4e jaar volwassen.
Jongen verlaten binnen enkele dagen nest; kruipen op rug en onder vleugels ouders; worden zo meegevoerd.
Zie ook eenden, ganzen en zwanen.
Black-necked Swan • Schwarzhalsschwan • Cygne blanc à cou noir
Cygnus melanocoryphus.