De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Gepubliceerd op 02-12-2020

Engels porselein

betekenis & definitie

waarvan de vervaardiging ca. 1745 begon, kan grosso modo in drie categorieën worden verdeeld :

1. soft paste (pâte tendre) dat uit klei en gemalen glas bestond en dus feitelijk de naam porselein niet verdient. Het werd tot 1755 in Chelsea en tot ca. 1770 in Derby and Longton Hall gemaakt:
2. bone china (beenderas-porselein) dat in Bow, Chelsea en Derby werd verwerkt; 3. soapstone of soaprock-porselein dat wat het kleimengsel betreft het meest het Chinese porselein benadert. Het werd vanaf 1748 successievelijk in Bristol, Worcester, Liverpool en Caughley geproduceerd. Echt porselein, dwz. pâte dure, is in Engeland alleen door Cookworthy in zijn kleine manufactura te Plymouth gemaakt. Het Engelse porselein stond gedurende de gehele 18de en een groot gedeelte van de 19de eeuw zowel wat vorm als wat versiering betreft sterk onder invloed van de grote voorgangers op dit gebied. Chelsea slaagde erin om zeer natuurgetrouw het Kakiemon-decor na te bootsen ; Worcester specialiseerde in Chinese motieven. De eerste jaren was echter de invloed van Meissen toonaangevend. m.n. de indianische en deutsche Blumen-decors waren in Engeland bijzonder populair. In de tweede helft neigt de smaak meer naar Sèvres ; de Franse rococo-ornamentiek die in Engeland in andere kunsten slechts schoorvoetend werd overgenomen, werd in de keramiek uitbundig toegepast. Zelfs bleef het rococo nog in trek. toen het classicisme, waartegenover men in Engeland voor het overige absoluut niet terughoudend stond, in de porseleinmanufacturen van het continent reeds lang zegevierde. De vroege 19de eeuw toont een voorliefde voor keurig gepenseelde topografische landschapjes, die vaak van een ondertitel werden voorzien. Het genre wordt in Engeland 'named views’ genoemd. Verder waren veren-, schelpen, en bloemen-ornamenten populair.

Maar voor het meer luxueuze goed bleef Sèvres toonaangevend, m.n. de manufacturen van Nantgarw en Swansea bleven getrouwe navolgers. De tweede helft 19de eeuw geeft een hernieuwde belangstelling voor de Japanse kunst te zien; de modelleurs putten nu echter hun inspiratie uit het ivoren snijwerk van de Japanners en niet uit het Japanse porselein zelf. Daarnaast was de uitvinding in 1845 van het parian ware, een fijn pâte dure, oorzaak dat het modelleren van beeldjes op de manier van het Sèvres-biscuit weer in de mode kwam. Het marmerachtige parian ware leende zich daar uitstekend toe en het duurde niet lang of de meeste manufacturen gingen over tot het produceren van ‘statuary porcelain'. De belangrijkste manufacturen zijn in de 19de eeuw Worcester and Staffordshire.

< >