Het eerste horloge is ca. 1515 vermoedelijk door P. Henlein uit Neurenberg vervaardigd.
De horloges waren in het begin voorzien van een spillegang met foliot of balans, stackfrccd en dikwijls ook van slagwerk: voor een betere spreiding van het geluid werd de kast meestal ajour bewerkt. Ca. 1580 begon men messing voor de platines en de raderen te gebruiken in plaats van ijzer. De wijzerplaten hebben Romeinse cijfers I-XII, soms met daaronder de nummers 13-24 in Arabische cijfers, in overeenstemming met het Italiaanse 24-uursysteem dat in die tijd in Midden-Europa werd gebruikt. Ook waren de wijzerplaten dikwijls voorzien van tastknoppen om in het donker de tijd op de last te kunnen vaststellen. De Duitse horlogemakerij ging door de Dertigjarige Oorlog (1618-1648) grotendeels te gronde. Eerst tegen het eind van de 18de eeuw trad een bescheiden herstel in.
Vooral het werk van de astronoom godgeleerde Ph.M. Halm (1730-1790) valt in deze tijd op. Hij heeft een aantal zeer fraaie horloges gemaakt met kalender en repetitieslagwerk.