Grieks-sprekende cultuurregio die zich in en rond de Egeïsche zee bevond. De geografische afbakening komt niet overeen met het huidige Griekenland, maar omvat ook delen van Turkije en andere gebieden rond de Egeïsche zee. Vaak wordt met de term de periode aangeduid van ca. 800 tot de Romeinse overname.
Tijdens de Griekse bronstijd speelden twee beschavingen een grote rol in genoemd gebied: de Minoïsche en de Myceense. Deze paleisculturen lagen aan de basis van het latere klassieke Griekenland. Rond 1200 v.Chr. komt er een einde aan deze beschavingen en begint de zogenaamde Griekse ‘Dark Age’. Deze periode kenmerkt zich door veel kleine nederzettingen en een afname van interregionale contacten.
Rond 800 v.Chr., tijdens de Archaïsche tijd verandert de regio fundamenteel vanwege grote urbanisatie en de opkomst van de polis (stadstaat). Het Griekse alfabet ontwikkelde zich en handel bloeide. Daarnaast stichtten de Grieken kolonies rond de Middellandse en de Zwarte Zee.
Met de hervormingen van Kleisthenes en de instelling van de democratie in 508/7 v.Chr. in Athene begint de Klassieke tijd. Athene, Sparta en Thebe zijn in deze tijd de hoofdrolspelers. De Klassieke periode kenmerkt zich door grote bloei op alle vlakken, zowel politiek, cultureel als economisch. Het is echter ook een periode van oorlogen. Met de Perzische oorlogen in 499-449 v.Chr. en de Peloponnesische oorlogen in 431-404 v.Chr. De Klassieke tijd eindigt met de komst van de Macedoniërs.
Met de dood van Alexander de Grote in 323 v.Chr. begint de Hellenistische tijd. Griekse culturele invloed en politieke macht spreidde zich uit naar Azië en Egypte. Steden verliezen hun onafhankelijkheid en worden deel van Hellenistische koninkrijken. Kunst en wetenschap bloeien. De Hellenistische politieke onafhankelijkheid eindigt met de Romeinse verovering in 31 v. Chr. De Griekse cultuur bleef ook daarna echter nog eeuwenlang voortbestaan.
