Alma Kant

Student aan Universiteit Utrecht

Gepubliceerd op 01-02-2017

De Griekse Tempel

betekenis & definitie

Griekse tempels zijn bouwwerken waarin goden werden geëerd. Ze bevinden zich in veelal afgebakende heiligdommen en bevatten vaak een cultusbeeld. De tempel is het meest karakteristieke bouwwerk binnen de antieke Griekse religie. De cultus zelf werd uitgeoefend bij een altaar voor de tempel.

Het begin van de Archaïsche tijd vormt ook het begin van de Griekse tempelbouw. De eerste tempels waren gemaakt van hout en tichels. Aan het einde van de zevende eeuw v.Chr. ontstaat voor het eerst het kenmerkende grondplan van de Griekse tempel. Het is in deze zelfde tijd dat de tempels voor het eerst in steen worden gebouwd en dat de Dorische orde zich ontwikkelt.

Het grondplan van een typische Griekse tempel bestaat uit een rechthoekige basis met meerdere treden. Hierop staat een door zuilen omgeven centrale hal (naos), dit is het hart van de tempel en de plek waar het cultusbeeld zich bevindt. De naos mag alleen betreden worden door de priester of priesteres.

De Griekse tempel kon worden gebouwd in drie verschillende stijlen of ordes. De Dorische orde, met dikke zuilen en een simpel rond kapiteel. De Ionische orde, met dunnere zuilen en een voluutkapiteel en de Korintische orde, met acanthusbladeren op het kapiteel. Boven de zuilen bevond zich over het algemeen de architraaf, met daarboven een versierd fries en een fronton met reliëfsculpturen. In de Dorische orde is het fries versierd met metopen en trigliefen. Het gehele hoofdgestel was van kleur voorzien.

De sculpturen en reliëfs op het fronton en het fries verbeeldden vaak verhalen uit de Griekse religie en mythologie. Dergelijke verhalen hadden doorgaans betrekking op de cultus en de god of godin voor wie de tempel gemaakt was. De Griekse tempelbouw vormde een inspiratiebron voor Romeinse tempelarchitectuur en had ook invloed op latere Europese bouwkunst.