werd vroeger, vooral in het N. van Ned. gebruikt voor het breedwerpig uitzaaien van granen e.d. Door het heen en weer trekken van een stok, waaraan een snaar bevestigd is, die om een schijf loopt, wordt een schoepenwieltje in beweging gebracht, dat het zaad wegslingert.
De werkbreedte bedraagt ca 6 m.