Onder z. verstaat men alle uien, die op de blijvende plaats worden uitgezaaid en dus zonder verspenen of verplanten hun volle wasdom bereiken. Men zaait Mrt-Apr. in de volle grond.
Na opkomst moeten de plantjes op de juiste afstand worden uitgedund en gedurende de zomer onkruidvrij worden gehouden. De oogst valt in Sept.- Oct. (vgl. Zaadui).