zijn de afzettingen van ruwe kalizouten, welke bij Stassfurt worden gevonden
z. Kalimeststolfen). Zij zijn tijdens het Perm gevormd door indamping van zeewater in een binnenzee, waarvan het water tijdens het verdampen
door verbinding met de open zee herhaaldelijk werd aangevuld. In hel kristallisatiebekken zette het gips, als moeilijk oplosbaar zout, zich het eerst af. Daarna kristalliseerde het natriumchloride {steenzout) in dikke lagen uit en ten slotte zetten zich de kalium- en magnesiumzouten af (Abrauinsalze). Toen omstreeks het midden van de vorige eeuw nieuwe inzichten omtrent de plantenvoeding algemeen werden, bleek de waarde van deze Abraumsalze als kalimeststof en sindsdien zijn zij, na zuivering, bij de exploitatie van de zoutmijnen de verreweg waardevolste producten geworden. Belangrijk is dat een deel der S. ook magnesium bevat, zodat zij geschikt zijn voor de bereiding van patentkali en van magnesiumhoudend kalimest.