noemt men het hout van het binnenste gedeelte van de stam, hetwelk zich van dat van de buitenmantel, het z.g. spinthout, alleen onderscheidt door een geringer watergehalte, terwijl in tegenstelling met het kernhout de kleur, vastheid en duurzaamheid slechts weinig van die van het spinthout verschillen. Als rijphoutsoorten zijn o.a. te noemen: fijnspar, zilverden, beuk en linde (z.
Hout en Rijp hout).