noemt men in de bosb. hout, dat technisch voor het beoogde doel geschikt is. De naam is ontstaan ten tijde, dat alleen het goed verkernde hout van volwassen, kaprijpe bomen technisch bruikbaar en verhandelbaar was.
In de nieuwere tijd, waar ook het jonge hout voor allerlei speciale doeleinden (papierhout, boerengeriefhout) bruikbaar is geworden, heeft het zijn oorspronkelijke betekenis verloren (vgl. Rijphout).