Zuivere kweek van één soort organisme. De naam wordt meestal voor micro-organismen gebruikt.
Een dgl. kweek wordt verkregen door vérgaande verdunning ener mengcultuur, zodat een enkele druppel gemiddeld slechts één kiem bevat. Deze druppel kan men op een vaste voedingsbodem verdelen, waarop de kiemen tot koloniën uitgroeien, welke men dan, onder zeker voorbehoud, als r. kan aanzien en bewaren. Ook is het mogelijk verschillende druppels der verdunning onder het microscoop te bekijken en diegene, waarin slechts één kiem voorkomt, in een steriele voedingsvloeistof over te brengen. Vaak is waargenomen, dat één cel niet in staat is zich te ontwikkelen, maar wel een grotere hoeveelheid van dezelfde soort. Het komt echter ook voor, dat een r. niet kan worden verkregen, maar dat daartoe de aanwezigheid van een ander organisme nodig is, dat zorgt voor de vorming van een of andere stof (groeistof), die het eerste organisme ontbreekt.In enkele gevallen is van een organisme, dat geen koloniën op vaste voedingsbodems vormen kan, een r. verkregen door een onzuivere cultuur in grote verdunning daarop uit te zaaien en stukjes agar uit te steken op plaatsen, waar geen koloniën aanwezig waren. Werden deze in een geschikte vloeibare voedingsvloeistof overgebracht, dan volgde soms ontwikkeling van het gezochte organisme (negatieve cultuurmethode). Vaak doet men aan een r. een kweekproef voorafgaan (dikwijls verkeerd als ophopingsproef beschreven) om het gezochte organisme numeriek in de meerderheid te brengen t.o.v. andere organismen.
In de akkerb. wordt van een r. van knolletjesbacteriën gebruik gemaakt om zonodig een vlinderbloemig gewas te enten (z. Entstof).