Gebruikelijke benaming in de Ned. Warmbloedfokkerij in tegenstelling met het trekpaard (z. ook Landbouwpaard).
De fokrichtingen van het l. zijn niet overal dezelfde, hetgeen tot uiting komt in de verschillende stamboeken voorheen en thans. Oorspronkelijk verlangde men een paard, dat geheel voldeed aan de gestelde landbouweisen en tevens extra tuigmanieren bezat. Die opvatting heeft zich langzamerhand zodanig gewijzigd, dat de landbouwbruikbaarheid sterk op de voorgrond is geplaatst en in de 3 Noordelijke provinciën tegenwoordig niet meer van landbouwtuigpaard doch van warmbloedlandbouwpaard wordt gesproken. In de andere provinciën houdt men nog meer vast aan de oude traditie van het fokken van een paard, dat
als landbouwpaard en als tuigpaard grote geschiktheid bezit.
Tot de l. moeten ook worden gerekend die van het inlandse Friese ras, waarvoor een afzonderlijk stamboek bestaat.