Sierlijk gebouwd paard van passende grootte en zwaarte met goed gevormde, opgerichte hals en een goed aangezet hoofd, goed gebouwde schouders en gewelfde ribben, vierkante, hoge, krachtige, vlotte, vooruitgrijpende gangen, goede en gezonde hoeven, mak en energiek van temperament, en met volharding en elegantie. Elk paard, dat een rijtuig trekt, is dus nog geen tuigpaard.
Daartoe moeten exterieur en gangen in harmonie zijn met het rijtuig waarvoor het gespannen is. Vroeger hadden wij de echte carossiers, welke paarden flink aan de maat waren (tot 1.70 m). Men vond deze o.a. in Normandië en Oldenburg, maar ook Ned. was bekend om zijn tuigpaarden uit Gron. en Geld. Thans heeft de fokrichting zich echter volkomen gewijzigd, ofschoon de naam zich nog steeds in de Ned. fokkerij heeft gehandhaafd. Men onderscheidt thans 2 typen t., nl. het luxe en het landbouw-t. Het luxe t. wordt eigenlijk alleen om zijn gangen gefokt en gehouden om er op concoursen-hippiques mee uit te komen.
Het enige ras, dat als zodanig nog betekenis heeft is de hackney, waarvan zowel paarden als pony’s voorkomen, die meestal in afzonderlijke rubrieken op het concours uitkomen. Het landbouw t. is zwaarder dan het luxe t. en is in de eerste plaats een paard dat in het landbouwbedrijf wordt gebruikt, maar dat daarnaast af en toe de gelegenheid krijgt zijn fraaie draf op een concours-hippique te demonstreren. Omdat de landbouw-eisen hier duidelijk prevaleren boven de tuigpaard-eisen hebben velen de laatste tijd bezwaar tegen de naam landbouw t. en spreekt men meer en meer van warmbloed landbouwpaard.Voor Ned. gaat het hier voorn. om Groningse en Gelderse paarden. Van 1929 tot 1939 heeft in Ned. bestaan het Ned. Luxe-tuigpaard Stamboek, waarin toen werden ingeschreven alle warmbloed-t. die niet tot het Oldenburgs-Oost Friese type behoorden. Dat waren toen voorn. Hackneys, Anglo-Normands, Holsteiners en Hannoveranen. De eerste worden momenteel in het Hackneystamboek ingeschreven, de laatste 3 in het stamboek voor het Gelders type van de V.L.N. en vallen dus thans onder de groep van landbouw-tuigpaarden.