Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 18-11-2021

Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

betekenis & definitie

Het K.N.M.I. is gevestigd te De Bilt.

Reeds vóór 1700 werden in Ned. rneteor. waarnemingen verricht : 1669 Koog a.d. Zaan windrichting en-kracht; 1694 Leiden, barometerstand, temp., luchtgesteldheid). Vele van deze oude reeksen waarnemingen waren te kort van duur om van waarde te kunnen zijn. Een uitzondering maakt de reeks van ZWANENBURG (temp. en neerslagmetingen van 1735 af). De oudste, met veel zorg samengestelde reeks is afkomstig van CRUQUIUS (1705-1785).

In Utrecht werd in 1729 begonnen met het verrichten van meteor. waarnemingen; van 1740-1786 werden deze te Leiden voortgezet. Van 1839-1843 werden waarnemingen verricht op de Domtoren. Onder leiding van BUYS BALLOT werd in 1848 de Sonnenburgh (de huidige sterrenwacht) te Utrecht het centrum van het verrichten en bewerken van meteor. waarnemingen. In 1852 verschenen de eerste weerkaartjes. Na een bezoek van Minister THORBECKE in 1853 werd op 1 Januari 1854 bij K.B. het K.N.M.I. opgericht. Ter bevordering van het contact met de scheepvaart en t.b.v. het onderzoek van zee-instrumenten en -kaarten werden in 1881 in Amsterdam en Rotterdam filiaalinrichtingen opgericht.

Van 1 Nov. 1896 af werden de waarnemingen in De Bilt voortgezet; het Instituut werd eerst in 1898 naar de Bilt overgeplaatst. De algehele leiding van het Instituut berust bij de Hoofddirecteur. De werkzaamheden zijn verdeeld over 5 afdelingen:

1. Algemene Dienst. Administratie, bibliotheek enz.
2. Weerdienst en luchtvaartmeteorologie. Het weer en de verwachtingen voor het eerstvolgende etmaal.
3. Klimatologie en landbouwmeteorologie. Bewerken van klimatologische gegevens. Inlichtingen over het weer van het verleden.
4.Oceanografie en maritieme meteorologie. Organisatie en verwerking van waarnemingen aan boord van schepen.
5. Geophysica. Aardbevingen, onderzoek hogere luchtlagen (boven 50 km) en zwaartekracht en aardmagnetisme.

< >