(K.N.L.C.) is ontstaan door samensmelting van de vereniging Het Nederlandsch Landbouw Comité, opgericht in 1884 en de Koninklijke Nederlandsche Landbouwvereeniging, opgericht in 1908.
Doel: Als federatief lichaam de belangen van de Ned. landb. en van de Ned. landbouwende bevolking, in de ruimste zin opgevat, te behartigen en mede te werken tot de maatschappelijke en culturele verheffing van het platteland i.h.a. Leden zijn de Friese Maatschappij van Landb. te Leeuwarden, Groninger Maatschappij van Landb. te Groningen, Veenkoloniale Boerenbond te Veendarn, Drents Landbouw Genootschap te Assen, Overijselse Maatschappij van Landb. te Zwolle, Gelderse Maatschappij van Landb. te Arnhem, Utrechts Landb. Genootschap te Utrecht, Hollandse Maatschappij van Landb. te Den Haag, Zeeuwse Landb. Maatschappij te Goes, Noord Brabantse Maatschappij van Landb. te Zevenbergen. Zij vormen tezamen de z.g. eerste afdeling. Daarnaast zijn er een dertiental buitengewone leden. Het orgaan van het K.N.L.C. is de wekelijks verschijnende Landbode.