Het juiste woord

Dr. L. Brouwers (1928)

Gepubliceerd op 20-03-2024

Aarzelen

betekenis & definitie

Werkwoord: aarzelen, weifelen, twijfelen, in beraad staan, in dubio staan, dubben, niet weten wat aanvangen met, het nergens kunnen vinden, de deur op een kier laten staan, niet tot een besluit komen, geen besluit kunnen nemen, het hoofd schudden, het met zich zelf niet eens zijn, geen ja en geen neen zeggen, walen, pratten, schoorvoeten, pieraarzen {Zn.), dobberen {Zn.), balanceren, vacilleren, op een driesprong staan, op twee gedachten hinken, niet weten waar zich te wenden of te keren, zich niet weten te keren of te wenden, staan te draaien, de knopen tellen, lang om de kaars draaien, ergens omheen draaien (lopen) als een kat om de hete brij, een draaitol zijn, rondtasten, niet weten in wat vat men iets zal gieten, tussen water en wind zijn, ergens tussen staan, zweven tussen hoop en vrees, op twee krukken hinken, tussen twee vuren staan, in zak en as zitten, tussen twee stoelen in de as zitten, daar zitten als Pilatus, daar staan als een ezel tussen twee oppers hooi, met zijn gat op een hekel zitten {Zn.), niet weten wat doen met, waarheen met dat blinde paard, zich op iets beslapen, iets nog wat aanzien (aankijken), iets op sleeptouw houden, iets niet over zijn hart kunnen krijgen, om de keur niet van de balk willen vallen, er niet kunnen toe komen, ergens niet over (overheen) kunnen, er niet aan willen, ja of neen, graag of in het geheel niet.

dat hangt nog aan de haak, het is tussen hangen en wurgen, de nacht brengt raad (is een goede raadsman).

Adjectief: niet uitgemaakt, onbeslist, onuitgemaakt, onbeslecht, in suspenso, in ambiguo, hangend, aanhangig.

besluiteloos, veranderlijk, beginselloos, onbeslist, huiverachtig, beteuterd, weifelmoedig, twijfelmoedig, wankelbaar, wankelmoedig, schoorvoetend, onstandvastig, onbestendig, ongedurig, met zich zelve oneens, aarzelig, irresoluut, wispelturig, wuft, wups (Zn.), netelig, grillig, luimig, capricieus, lunatiek, kameleontisch, zo besluiteloos als een ezel tussen twee schelven hooi.

Naamwoord: onbeslistheid, veranderlijkheid, beginselloosheid, besluiteloosheid, indecisie, twijfelmoedigheid, twijfeling, weifeling, aarzeling, geweifel, geaarzel, gewar, waling, fluctuatie (flukt...), wankelbaarheid, wankelmoedigheid, onstandvastigheid, onbestendigheid, ongedurigheid, wispelturigheid, wuftheid, grilligheid, willekeur, nieuwigheidszucht, nieuwigheidsbejag, res integra.

een draaitol, halve mensen, een vat van tegenstrijdigheden.

Causatief: iem. van een besluit afhouden, weerhouden.

Spreekwoord: Jan-durft-niet doet zelden een goede markt; daar men voor scheep gaat, moet men voor varen; een paard dat voor de tweede keer de sprong niet neemt, neemt hem ook voor de derde keer niet.

< >