(Frans: dans un fauteuil). Gezegd van een renner die met een minimum aan inspanning (als eerste) de eindstreep haalt, of van een renner die in een gunstige uitgangspositie voor de sprint wordt gemanoeuvreerd. Syn.: in een fauteuil zitten, winnen.
We brengen je in een zetel naar de streep en je steekt die tien grote bankbrieven in de gemeenschappelijke kas van Automoto! (Jan Cornand: Gouden Lucien Buysse. 1976)
Je geeft de opdracht niemand te laten ontsnappen en dan kun je tweehonderd kilometer ‘in een zetel’ meerijden en de finale met een gerust gemoed voorbereiden. (Joris Jacobs: Van stakkers tot afgoden. De wielersport sinds 1950. 2006)
