Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

Gepubliceerd op 25-05-2017

blik op oneindig, verstand op nul

betekenis & definitie

Een bepaald doel willen bereiken, zonder nog op iets anders te letten of zonder rekening te houden met bijkomende omstandigheden; uitsluitend denken aan de prestatie die men moet leveren. Deze uitdrukking zou volgens sommige bronnen in 1963 voor het eerst gebruikt zijn door Hylke Speerstra na de Elfstedentocht. Andere bronnen menen dat ze afkomstig is uit de soldatentaal. In 1973 werd ze voor het eerst opgenomen in een soldatenwoordenboek. De uitdrukking werd in de mond genomen wanneer men tijdens een oefening de dingen maar over zich heen liet komen, m.a.w. wanneer men een klus klaarde zonder zijn hersens te gebruiken. In het slang van vliegeniers betekent het echter ook: te veel op hebben; dronken zijn. Volgens Inez van Eijk (Zo lust ik er nog wel een. 1980) is het ook een aanduiding voor een sloom persoon. Door toedoen van de media kreeg de zinswending ‘blik op oneindig, verstand op nul’ eind jaren tachtig meer algemene bekendheid. Thans bedoelt men ermee: op een weinig subtiele manier en zonder verstandelijke overwegingen te werk gaan. Vgl. de min of meer gelijkaardige Engelse uitdrukking: thumb in bum, mind in neutral.

Ekimov is volgens Lieckens niet zomaar een hardrijder, geen man van de blik op oneindig, die op amateuristische wijze met zijn krachten omspringt. (NRC Handelsblad, 02/03/1990)

Erik Breukink begint vanmiddag zeker met een knikkende knie aan wat het meest meedogenloze onderdeel van de Tour wordt genoemd. De ploegentijdrit naar Avranches wordt een zware test. Wie gewond is, hoe licht ook, kan zich in een duel met de klok niet sparen. Het is een kwestie van ‘volle bak’ rijden, ruim tachtig kilometer lang. Het verstand moet op nul en de blik op oneindig. (Algemeen Dagblad, 07/07/1993)

< >