Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 16-06-2019

Karthago

betekenis & definitie

= Carthago. Κατακεκαυμένη (sc. χώρα), het O. deel van Lydia, aldus genoemd, omdat de bodem van vulkanischen aard was, asphalt en lava bevatte en hierdoor zwart van kleur was, alsof de grond verbrand was.

Κατακλησία = κατάκλητος ἐκκλησία, zie ἐκκλησία. Κατάλογος, lijst van burgers, die met uitsluiting van anderen een of ander recht of verplichting hebben. In het bizonder de lijst, waarop aangeteekend was in hoever zij tot den krijgsdienst verplicht waren, welke verplichting verschillend was naar verhouding van het vermogen. Het vervullen van den dienstplicht door hen, die op deze lijst stonden, heet ἐκ καταλόγου στρατεύειν; armere burgers, die er niet op stonden, werden alleen in

buitengewone gevallen opgeroepen.

Κατάλυσις τοῦ δήμου, omverwerping der democratie of de poging daartoe, werd langs den weg der εἰσαγγελία voor de rechtbank der thesmotheten gebracht en naar goedvinden der rechters bestraft, waarschijnlijk meestal met den dood.

Κάτοικοι, z. Cleruchia, aan het slot.

Κεάδας of καιάδας, afgrond in den Taygetus, ten

W. van Sparta, met bijna loodrechte wanden. Ter dood veroordeelden werden hierin geworpen, o. a. Aristomenes, de held van den tweeden messenischen oorlog.

Κῆρες, (ook in het enkelvoud), godinnen van den gewelddadigen dood, vooral op het slagveld, waar zij tot het gevolg van Ares behooren. Zij worden dochters van Nyx, zusters van Morus en Thanatus genoemd. Later kregen zij de beteekenis van straffende en wrekende godinnen en meer algemeen van eene personificatie van al wat het leven vernietigt, ziekte, kommer, enz.